Vormingsverlof
Als je op een overheidsdienst werkt dan kun je mits toestemming van je departement ‘Onthaal en Vormingsverlof’ (OVR) krijgen. Dit verlof is een gunst van de werkgever en de opleiding die je volgt, moet meestal in het verlengde liggen van je beroepsactiviteit(en). Je kan maximaal 120 uren OVR krijgen voor zover je de contactlesuren kan bewijzen. Het is je lijnmanager (dit is het hoofd van een entiteit, raad of instelling) die beslist over de toekenning en de duur van het OVR. Zo kan op specifieke noden binnen je departement worden ingespeeld. De toekenning impliceert dat je lijnmanager oordeelt over de duur van het verlof en de controle doet op de regelmatige deelname aan de lessen.
Hoe vraag je vormingsverlof aan?
Om aanspraak te maken op vormingsverlof overhandig je volgende documenten aan je werkgever:
-
Een eerste getuigschrift van regelmatige inschrijving
-
Een getuigschrift van nauwgezetheid op het einde van het academiejaar (format aan te leveren door de student)
-
Een bewijs van slagen of van onderbreken van de studies
-
Getuigschrift tweede examenperiode (enkel op aanvraag student)
Hoe vraag je het verlof aan en wanneer neem je het op?
Als je in aanmerking komt voor vormingsverlof kan je, na registratie van je ‘Individueel Studie Programma’ (ISP), via het aanvraagformulier voor betaald educatief verlof/vormingsverlof het ‘getuigschrift van regelmatige inschrijving’ aanvragen via sociaalstatuut@odisee.be. Daarna geef je dit getuigschrift af aan je werkgever als bewijs van je inschrijving voor een bepaalde opleiding. Je moet het verlof opnemen tussen de start van het academiejaar en het einde van de eerste examentijd. Als je een tweede zittijd hebt, wordt deze periode - op jouw vraag - verlengd tot het einde van de tweede zittijd.
Alle nodige getuigschriften uit de lijst links kan je aanvragen bij je hoger onderwijsinstelling.
Aanwezigheid in de lessen
Je kan op het einde van elk trimester een ‘getuigschrift van nauwgezetheid’ laten invullen als je dit invulformulier zelf aanlevert. Je kan enkel afwezig zijn in de colleges omwille van een geldige reden (bv. ziekte, dringende familiale activiteit, werkverplichtingen, …) met een attest van een bevoegde derde. Deze attesten bezorg je aan het eind van elk trimester aan je contactpersoon om jouw afwezigheden te staven én in functie van de opmaak van het ‘getuigschrift van nauwgezetheid’.